Uw winkelwagen is leeg
Minoxidil is een bekend middel tegen haaruitval. Het wordt veel gebruikt door mannen en vrouwen die last hebben van erfelijke haaruitval. Maar bij het kiezen van minoxidil zie je vaak twee soorten: 2% en 5%. Wat is nu precies het verschil tussen deze twee sterktes en voor wie is welke versie bedoeld?
Minoxidil is een bekend middel tegen haaruitval. Het wordt veel gebruikt door mannen en vrouwen die last hebben van erfelijke haaruitval. Maar bij het kiezen van minoxidil zie je vaak twee soorten: 2% en 5%. Wat is nu precies het verschil tussen deze twee sterktes en voor wie is welke versie bedoeld?
Minoxidil 2% is de lichtere variant en wordt vooral geadviseerd aan vrouwen met erfelijke haaruitval. Dit komt doordat vrouwen vaak gevoeliger zijn voor de bijwerkingen van minoxidil. De 2% oplossing is minder sterk, maar werkt nog steeds goed bij haaruitval. Vrouwen die minoxidil 2% gebruiken merken vaak na enkele maanden dat het haar minder snel uitvalt en soms zelfs dikker wordt.
Daarnaast is minoxidil 2% wat zachter voor de hoofdhuid, waardoor er minder kans is op irritatie, roodheid of een droge huid. Voor vrouwen met lichte tot matige haaruitval is dit vaak een goede en veilige start.
Minoxidil 5% is een sterkere versie van het middel. Deze hogere concentratie wordt meestal aanbevolen voor mannen met erfelijke haaruitval. De 5% werkt krachtiger dan de 2% versie. Hierdoor kan het haar bij veel mannen sneller voller en dikker lijken.
Soms kiezen vrouwen met ernstige haaruitval ook voor minoxidil 5%, maar dit gebeurt vaak in overleg met een arts of specialist. De 5% versie kan namelijk meer bijwerkingen geven, zoals jeuk of schilfering van de hoofdhuid.
Zowel de 2% als de 5% minoxidil zorgen meestal na ongeveer 4 maanden voor zichtbaar resultaat. Het grote verschil zit vooral in de kracht van de werking. Uit onderzoek blijkt dat de 5% oplossing ongeveer 45% effectiever is dan de 2% versie als het gaat om het stimuleren van haargroei.
Een belangrijke studie onderzocht 5% en 2% minoxidil bij vrouwen met erfelijke haaruitval. In dit 48 weken durende onderzoek gebruikten 381 vrouwen tweemaal daags óf minoxidil 5%, óf minoxidil 2%, óf een placebo. Er werd gekeken naar de toename van dikkere haren en hoe artsen en patiënten de haargroei en hoofdhuidbedekking beoordeelden.
Na 48 weken scoorde de 5% minoxidil beter dan placebo op alle meetpunten en werd door de vrouwen zelf ook positiever beoordeeld dan de 2% variant. De 2% minoxidil presteerde beter dan placebo, maar het verschil werd minder sterk ervaren door de patiënten zelf.
Beide concentraties verbeterden het zelfbeeld van de deelnemers, al kwamen bij de 5% minoxidil wat vaker bijwerkingen voor, zoals jeuk, irritatie en ongewenste haargroei buiten de hoofdhuid.
Toch adviseren artsen vaak om te starten met de lichtere 2% oplossing, vooral om te controleren hoe je huid reageert. De 2% oplossing geeft minder vaak bijwerkingen zoals huidirritatie of ongewenste haargroei op andere plekken (bijvoorbeeld in het gezicht). Pas als blijkt dat je huid de 2% goed verdraagt of als de haaruitval ernstiger is, kan de overstap naar minoxidil 5% een volgende stap zijn. Vergeet niet: minoxidil werkt alleen zolang je het dagelijks blijft gebruiken.
Minoxidil is een veilig middel en een geneesmiddel tegen haaruitval dat officieel is erkend in Nederland. Toch kan minoxidil bijwerkingen geven, vooral in het begin. Bij de 5% versie komen deze wat vaker voor. Mogelijke bijwerkingen zijn:
De 2% minoxidil geeft meestal minder klachten, omdat de dosis lager is. Daarom wordt deze vaak gekozen door mensen met een gevoelige huid.
Minoxidil is een bewezen middel tegen haaruitval, maar het is belangrijk om de juiste sterkte te kiezen die bij jouw situatie past. Gebruik het product dagelijks en wees geduldig, want haargroei heeft tijd nodig!
Lucky, A. W., Piacquadio, D. J., Ditre, C. M., Dunlap, F., Kantor, I., Pandya, A. G., Savin, R. C., & Tharp, M. D. (2004). A randomized, placebo-controlled trial of 5% and 2% topical minoxidil solutions in the treatment of female pattern hair loss. Journal Of The American Academy Of Dermatology, 50(4), 541–553. https://doi.org/10.1016/j.jaad.2003.06.014
